Vakbonden en ABU bereiken akkoord over nieuwe CAO voor Uitzendkrachten
17 november 2021Er is na ruim een jaar een akkoord bereikt tussen vakbonden FNV, CNV Vakmensen, De Unie en de ABU over een nieuwe CAO voor Uitzendkrachten. Daardoor komt er voor deze groep meer werkzekerheid, een betere pensioenopbouw en wordt het verschil in loon tussen uitzendkrachten en vast personeel verkleind. En specifiek voor arbeidsmigranten komt er onder meer een inkomensgarantie voor de eerste twee maanden.
Gelijkwaardigheid
Afgesproken is dat de zogeheten inlenersbeloning wordt uitgebreid. “Het loon en de overige arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten moeten gelijkwaardig worden aan die van hun collega’s in dienst bij de inlener, met deze afspraak wordt het verschil al kleiner. Afgesproken is om in de volgende meerjarige cao de noodzakelijke stappen te zetten om deze gelijkwaardigheid te realiseren” zegt FNV Flex bestuurder Karin Heynsdijk. Ook het pensioen wordt beter: de pensioenopbouw start eerder en wordt opgebouwd over een groter deel van het inkomen.
Meer werkzekerheid
Verder komt er meer werkzekerheid. De duur van een eerste tijdelijk contract gaat van maximaal 78 weken naar maximaal 52 weken. Ook de periode dat iemand een contract voor bepaalde tijd mag krijgen wordt korter en gaat van vier naar drie jaar. Daardoor is de stap naar een vast dienstverband sneller te maken.
Dit verandert er in fase A:
- Verkorting van fase A tot 52 gewerkte weken (nu zijn dat 78 gewerkte weken)
- Voor uitzendkrachten die vóór 3 januari 2022 zijn gestart geldt nog wel de 78 weken
- Uitzendkrachten die op 2 januari 2023 al 52 weken hebben gewerkt in fase A, stromen op die datum in in fase B
- Vanaf 2 januari 2023 gaan ook de weken waarin de uitzendkracht doorbetaalde vakantie opneemt meetellen als gewerkte weken
- Iedere uitzendkracht van 21 jaar en ouder neemt verplicht deel aan het Stip Basispensioen vanaf 8 gewerkte weken. Dit was eerst na 25 gewerkte weken.
Dit wijzigt er in fase B:
- Verkorting van fase B tot maximaal zes contracten in maximaal drie jaar (tot 3 januari 2022 is dit vier jaar)
- Voor uitzendkrachten die vóór 3 januari 2022 zijn gestart in fase B geldt tot 2 januari 2023 de termijn van maximaal vier jaar en/of maximaal zes contracten
- Uitzendkrachten die op 2 januari 2023 al drie jaar lang een uitzendovereenkomsten in fase B hebben gehad, stromen op die datum in in fase C.
Algemene veranderingen
- De bepaling van onkosten en eenmalige uitkeringen worden verder gelijk getrokken met vaste arbeidskrachten
- Inschaling van het loon gebeurt eerlijker en in verhouding met vaste arbeidskrachten
- Hulpmiddelen en PBM's worden door de opdrachtgevers gelijkwaardig aan vast personeel verstrekt aan de uitzendkracht
- De pensioengrondslag wordt aangepast ten gunste van de uitzendkracht
Wil je hier meer over weten dan staan onze medewerkers je graag te woord!